Bevlogenheid als preventief medicijn bij werkdruk

Bron: Een deel uit mijn essay voor Organisatiepsychologie (februari 2015)

 

Tijd voor een praatje hebben ze niet, hun agenda’s zijn altijd gevuld, afbellen doen ze niet moeilijk over, overwerken moet, en zo vroeg mogelijk beginnen, veel bellen en vooral als de baas in de buurt is… Ze zijn goed bezig in hun ogen. En, als je vraagt: "Hoe gaat ie?" krijg je één van de volgende reacties:

  • “Nou, houdt niet over.”
  • “Druk druk druk”
  • “Hou op schei uit!”
  • “Hoe zie ik er uit?”
  • “Wat denk je? DRUK!”
  • Nu ff niet ....!”

 

Wat heeft iedereen het tegenwoordig toch druk? Iedereen lijkt het in ieder geval erg druk te hebben. Hoe dan ook, het zijn vaak de standaard ‘gesprekken’ bij het koffieapparaat. Extra uren werken, van het ene overleg naar het andere, onvoldoende tijd om ‘productiewerk te leveren’, ’s avonds nog wat mailtjes afdoen of die ene notitie nog even schrijven, of die stukken nog even doornemen voor het eerste overleg van morgenochtend vroeg. Echt weekend zonder iets voor je werk te doen is er ook al niet meer bij. Continue stressen om tijdig je taken af te hebben. We zijn tegenwoordig ook voortdurend bereikbaar. De IPad zorgt ervoor dat je elk ‘vrij’ momentje kan gebruiken om de mail te checken. Iedereen verwacht gisteren antwoord op z’n vraag te krijgen en iedereen cc’t in het wilde weg alles waar je zijdelings mee te maken hebt. Rustig in de trein zitten is er niet meer bij, want ook daar kun je je mail beantwoorden en je voicemail afluisteren, en als het echt moet, zakelijke telefoontjes voeren. De meeste vrouwen werken parttime, hebben kinderen, een drukker sociaal leven en mam is ook nog een taxi want het is niet meer veilig om ze alleen te laten gaan over straat. Je wilt ook niet onder doen voor de rest van de wereld, dus alles moet er spik en span uitzien in en om het huis, waar ook heel veel werk in gaat zitten ondanks alle moderne machines. Sociaal hoor je eveneens nog je best te doen en vergeet de vele hobby’s van papa en mama ook niet (computeren, sportschool, uitjes, cursusjes, etc.).

 

En…. Ik doe er zelf net zo hard aan mee! Naast het harde werken voor mijn baan en studie wil ik ook graag ‘de allerliefste mama van de hele wereld zijn’. Als stiefmoeder wil ik het ook goed doen. Ik wil een liefdevolle en zorgzame echtgenote zijn, een betrouwbare vriendin en een liefhebbende dochter en zusje. Oh ja, gezond leven, sporten en af en toe tijd voor mezelf vind ik eigenlijk ook belangrijk. Maar dat laatste schiet er vaak bij in. Toen we nog geen 20 waren, en het was mooi weer, waren er genoeg mensen te vinden die een terrasje konden pakken. Maar nu we wat ouder worden, vinden mensen het kennelijk niet meer cool om niets te doen te hebben, en is opeens iedereen 'druk', en mensen die niet druk zijn, doen alsof ze het druk hebben.

 

Is het tegenwoordig een soort mode om te zeggen dat je het ‘drukdrukdruk’ hebt en je agenda vol te plannen met dingen die allemaal moeten of leuk zijn? Of hebben we het echt druk? Ik betrap mezelf er ook wel eens op, en moet dan hoognodig weer eens wat gaan strepen in de agenda en leren om ‘nee’ te zeggen. Het lijkt wel of we bang zijn om iets te missen als we niet overal aan meedoen. Overal, op het werk, thuis en in het verkeer er tussenin merk je dat het steeds drukker wordt. En steeds meer stress is vaak de oorzaak van de welvaartzieken van deze tijd! Gevolg, depressie en burnout! Dit zijn natuurlijk mijn eigen waarnemingen en observaties vanuit mijn werk en privéleven en totaal niet wetenschappelijk gefundeerd. Maar is de werkdruk zo hoog? Of valt het toch wel mee?

 

Hard werken zonder er energie van krijgen. Het is slecht gesteld met de ‘spirit at work’. Dat zijn mijn eerste gedachten bij het lezen van de cijfers uit box 1 omtrent werkdruk en burnout. Al deze aspecten gaan uit van problemen en klachten. Ik kijk liever niet alleen naar dingen die mis gaan maar ook naar de positieve kant. Naar de mogelijkheden voor groei en ontwikkeling. Een mogelijkheid voor beweging en vooruitgang. Bovendien zijn mensen veelal enthousiaster over het verbeteren van hun werkomstandigheden dan over het oplossen van werkgerelateerde problemen (Bakker, 2009c). Er zijn duidelijke voordelen verbonden aan het hanteren van een positief kader. Een van die voordelen heeft betrekking op motivatie, in de zin dat mensen vaak enthousiaster zijn over het werken aan verbeteringen, dan over het omgaan met problemen. De insteek om te streven naar het positieve concept bevlogenheid biedt organisaties een verandertraject dat minder risicovol is en meer potentie heeft tot succes. Een positieve insteek is volgens Schaufeli & Bakker (2001) vrij nieuw voor de arbeids- en organisatiepsychologie, die heel lang gericht is geweest op de 5D’s: Disease (ziekte), Disorder (stoornissen), Damage (schade), Disabilities (handicaps) en Disfunctioning (disfunctioneren).

 

Onder invloed van de positieve psychologie - ook wel, de wetenschappelijke studie van menselijk kracht en optimaal functioneren (Seligman & Csikszentmihalyi, 2000) - is sinds de eeuwwisseling de aandacht van onderzoekers verschoven van negatieve aspecten van werk en werknemers, naar de positieve aspecten daarvan. Een term die gericht is op voldoening en het gevoel van zinvolheid dat werk kan opleveren, is bevlogenheid (Bergsma & Schaufeli, 2013). Bevlogenheid is op te vatten als het tegenovergestelde van burnout. Daar waar opgebrande werknemers vermoeid en afstandelijk zijn, voelen bevlogen collega’s zich juist energiek en toegewijd (Schaufeli & Bakker, 2004a).

Bij bevlogenheid richt de aandacht zich op positieve krachten in het werk. Maar de cijfers over bevlogenheid geven niet echt een positief beeld af. Uit de gepresenteerde cijfers blijkt dat er sprake is van een hoge werkdruk en weinig bevlogenheid onder medewerkers. Bevlogenheid zorgt ervoor dat werknemers uitdagingen op het werk makkelijker aankunnen.

 

Van de gemeentelijke professionals is 77% niet bevlogen. In de gemeente Heerenveen betekent dat omgerekend 340 medewerkers niet of minder bereid zijn dat ene stapje verder te gaan, op scherp staan en ervoor gaan. Dit terwijl er zoveel ontwikkelingen spelen in de gemeente Heerenveen. Mijn afdeling staat aan de start van het proces van innovatie en verandering. Ik werk als beleidsregisseur Wmo bij de afdeling Samenleving. Deze beleidsafdeling stuurt op het inrichten van de sociale infrastructuur in wijken en dorpen van de gemeente Heerenveen op het gebied van onderwijs, welzijn, zorg, sport en cultuur. Bij het invullen van deze taak hebben we te maken met een ‘zorgwekkende’ financiële positie van de gemeente (Gemeente Heerenveen, 2012, 2013a, 2013b). Er zijn ingrijpende decentralisaties met navenante kortingen van het Rijk en een terugtrekkende beweging van de politiek. Naast de rijkskorting vanuit de decentralisaties rust op de organisatie - behalve de al doorgevoerde personele bezuinigingen - nog een taakstelling op het management. Er wordt gekort op het personeel terwijl er signalen zijn van ervaren werkdruk waar op dit moment intern onderzoek naar wordt gedaan. We zitten midden in de uitvoering van ambitieuze programma’s. De ontwikkelingen in het personeelsbestand kenmerken zich door vergrijzing en uitstroom van kennis en ervaring (Gemeente Heerenveen, 2012, 2013a, 2013b). De gemeente Heerenveen heeft een organisatieontwikkelingstraject in gang gezet, waarbij de organisatie goedkoper moet worden. Maar tegelijk vindt het gemeentebestuur ook dat de kwaliteit van de prestaties van de gemeente op een aantal terreinen omhoog moet. Samenvattend moeten de prestaties van de gemeente Heerenveen omhoog (beter en toch goedkoper). De gemeente Heerenveen moet zich constant blijven veranderen en ontwikkelen. We moeten kijken naar de mogelijkheden voor beweging en vooruitgang. Het is eenvoudig te begrijpen dat in een dergelijke context de motivatie en bevlogenheid van medewerkers van cruciaal belang is. Bevlogen werknemers werken harder en zijn doelgerichter (Bakker, 2009; Van Rhenen, 2010, Kodden, 2011). Proactief inzetten op die elementen die bevlogenheid bevorderen zorgt naar mijn idee voor een buffer om de negatieve gevolgen van werkdruk te ondervangen.

 

TOT SLOT

Bevlogenheid is de positieve tegenhanger van burnout. Burnout kan gedefinieerd kan worden met de termen: uitputting, distantie en een ervaren gebrek aan competentie op het werk. Daar staat bevlogenheid tegenover met de termen: energie, betrokkenheid en competentie. Bevlogenheid is een ‘kwaliteit van het hart’. Er is sprake van intrinsieke motivatie. Medewerkers handelen vanuit een passie en/of verbinden zich aan een doel dat zij als zinvol en waardevol ervaren. Werken is dan geen opgave meer, maar een bron van energie en inspiratie. Zeker wanneer succes de verbinding met dit doel versterkt en de motivatie bekrachtigt.

 

Een belangrijk voordeel van een positief perspectief is de verhoogde motivatie van de medewerkers. Mensen zijn veelal enthousiaster over het verbeteren van hun werkomstandigheden dan over het oplossen van werkgerelateerde problemen. De mogelijkheid om problemen qua werkdruk en burnout aan te pakken via het positieve doel van bevlogenheid biedt organisaties een minder riskant en potentieel succesvoller veranderingsproces (Bakker, 2009a). Bevlogenheid draagt dus bij aan het voorkomen van psychische klachten zoals stress en burnout. Veel kosten als het gevolg van (psychisch) verzuim kunnen voorkomen worden. Psychisch verzuim (veroorzaakt door overspanning, burnout en depressieve klachten) wordt immers gekenmerkt door het geheel ontbreken van bevlogenheid.

 

Voorkomt investeren in bevlogenheid opgebrande medewerkers? Ja, deels. Voorkomen kan je het niet, maar bevlogen werknemers zijn wel beter in staat om de werkdruk op te vangen. Op een bevlogen wijze werken biedt daarnaast ook veel andere voordelen zoals een hogere productiviteit en creativiteit. Juist met preventie kunnen werknemers investeren in positieve en leuke aspecten van hun werk en kunnen werkgevers de juiste hulpbronnen aanbieden. Dat scheelt niet alleen veel tijd en geld, maar ook veel (persoonlijk en professioneel) leed.

BOX 1: WIST JE DAT?

Werklast & stress

  • Nederland behoort tot de landen met de hoogste werkdruk (Merllie & Paoli, 2001).
  • Eén op de drie werknemers in Nederland heeft last heeft van werkdruk” (http://www.arboportaal.nl/onderwerpen/psychosociale-belasting/werkdruk.html, opgeroepen 22-12-2014).
  • 4% van de werkende beroepsbevolking heeft ernstige burnout klachten (Bakker, Schaufeli & Van Dierendonck, 2000). Van de 7,3 miljoen werkenden (CBS, 2014) zijn dat 292.000 mensen!
  • 14% van de gemeentelijke professionals heeft een verhoogd risico op een burnout (Schouten & Nelissen, 2014).
  • 60 tot 80% ziekteverzuim heeft niets te maken met ziekte maar met demotivatie, gebrek aan plezier en innerlijke betrokkenheid (Kodden, 2011).
  • 16% van de gemeentelijke professionals heeft ’s morgens bij het opstaan géén zin om aan het werk te gaan (Schouten & Nelissen, 2014).
  • Met tegenzin werken is een grote kostenpost voor een organisatie: Chagrijnig personeel is vaker ziek en brengt voor de baas minder geld in het laatje (Kodden, 2011).

 

 

 BOX 2: WIST JE DAT?

Bevlogenheid

  • 88% van de onderzochte werknemers is niet bevlogen (Bakker, 2007).
  • Gemeenteambtenaren vinden zichzelf 3,3% minder bevlogen dan de gemiddelde publieke werker (Binnenlands Bestuur, 2015).
  • Drie keer zoveel Nederlanders zijn bevlogen aan het werk (12%) dan dat er burnout zijn (4%) (Bakker, 2000).
  • 23% van de gemeentelijke professionals is bevlogen en 77% is dus niet bevlogen, waarvan 55% neutraal en 22% helemaal niet bevlogen (Schouten & Nelissen, 2014).

 

Het Job Demands-Resources-model (JD-R) van bevlogenheid (Bakker & Demerouti, 2008).

Dit figuur is een versie van het model uit 2008. In deze versie draait het puur om bevlogenheid.